In 2024 is het aantal nieuw gebouwde woningen in Nederland gedaald tot 82.000, een afname die de eerder voorspelde ‘bouwdip’ bevestigt. Deze daling benadrukt de uitdaging om het streefaantal van 100.000 nieuwe woningen per jaar te realiseren, een doelstelling die door de overheid is vastgesteld om het aanhoudende woningtekort aan te pakken.
Tijdens de Woontop van december 2024 hebben het Rijk, lokale overheden, woningcorporaties en marktpartijen concrete afspraken gemaakt om de woningbouwproductie te verhogen naar 100.000 woningen per jaar. Een belangrijk onderdeel van deze afspraken is dat twee derde van de nieuw te bouwen woningen betaalbaar moet zijn voor huishoudens met een laag of middeninkomen. Daarnaast zijn er doorbraken bereikt in gebieden zoals Utrecht, Lisserbroek, Nieuw-Vennep West en Lansingerland, wat resulteert in plannen voor bijna 75.000 extra woningen. Bron: Rijksoverheid
Om deze ambitieuze doelstellingen te behalen, heeft de overheid verschillende maatregelen aangekondigd. Een daarvan is het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving), dat gericht is op het verminderen van belemmerende regels en procedures die de woningbouw vertragen. Daarnaast wordt het concept van ‘parallel plannen’ geïntroduceerd, waarbij verschillende planningsprocessen gelijktijdig worden uitgevoerd om de ontwikkelingstijd van projecten aanzienlijk te verkorten, in sommige gevallen van zes naar twee jaar.
Een andere strategie is het beter benutten van bestaande gebouwen en de omliggende grond. Door middel van transformatie, woningsplitsing en het toevoegen van extra verdiepingen (optoppen) kunnen bestaande structuren bijdragen aan de realisatie van de benodigde woningen. Deze aanpak draagt niet alleen bij aan het verhogen van het aantal beschikbare woningen, maar verbetert ook de leefbaarheid van wijken en dorpen.
Bouwdip zorgt voor nog groter woningtekort
Ondanks deze inspanningen blijft het woningtekort een urgent probleem. Door de bouwdip is in 2024 het tekort gestegen tot 4,9%, wat neerkomt op meer dan 400.000 woningen. Dit tekort belemmert de bestaanszekerheid van veel groepen in de samenleving, waaronder starters en gezinnen die op zoek zijn naar betaalbare huisvesting.
De overheid heeft een budget van 7,5 miljard euro beschikbaar gesteld om de gemaakte afspraken te realiseren: 5 miljard euro voor woningbouw en 2,5 miljard euro voor de ontsluiting van nieuwe woningen. Deze financiële injectie, gecombineerd met de aangekondigde maatregelen en samenwerkingen, moet ervoor zorgen dat het streefaantal van 100.000 nieuwe woningen per jaar wordt gehaald en het woningtekort in de komende jaren wordt teruggedrongen.
Het is cruciaal dat alle betrokken partijen – van overheden tot marktpartijen – hun verantwoordelijkheid nemen en samenwerken om deze doelstellingen te bereiken. Alleen door gezamenlijke inspanningen kan de woningnood effectief worden aangepakt en kunnen toekomstige generaties rekenen op voldoende en betaalbare woonruimte.